[Selfstryt]
Selfstryt, gedicht van Cats, in de vorm van een tweespraak tussen Jozef en Potiphars huisvrouw, 1620; raad in liefdeszaken aan de jonkmans. In 12mo, langwerpig, in perkamenten band, met verschillende verhalen over mingevallen. Het geheel schetst de ‘onderlinge wostelinge van goede en kwade gedachten.’ Als tegenhanger volgde in 1622 het Tooneel van de mannelicke Achtbaerheyt, de geschiedenis van koningin Vasthi, waarin hij het optreden der vrouw verdedigt.