Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid

[Anna de Savornin Lohman]

Savornin Lohman, Anna de -, 1868-1930, behandelt in haar verhalen de ethisch-sociale problemen van de moderne vrouw; feministe. Romans: Miserere, 1897; Het eene noodige (d.i. het huwelijk), 1898; Na het ontwaken, 1901. Naar aanleiding

van Hilda van Suylenburgh schreef zij De Liefde in de Vrouwenkwestie; zie Corn. Huygens. Zij kwam op tegen vrome huichelarij, en ook tegen de onvrouwelijkheid der feministen. Zij was lange jaren redactrice van De Hollandsche Lelie, en keerde zich fel tegen de leiders van de N. Gids-beweging. Haar bitse beoordelingen zijn in 1903 gebundeld: Over boeken en schrijvers; overdruk uit het Soerabajaasch Handelsblad. Zij prees daarin Morie Metz-Koning tegenover een schrijver als Van Deyssel: ‘in-vuil van taal en voorstelling, ingemeen en plat-walgelijk van inhoud’; deze heeft nu in de 2e druk van Een Liefde de ‘onzedelijke uitdrukkingen’ veranderd, niet omdat hij ze onzedelijk acht, maar omdat ze aanleiding gaven tot misverstand. Nu wordt het boek goed verkocht: niet àl te veel gekruid, niet meer viezigheid dan de lezers horen willen; 1899.

Henri Hartog schreef over haar: Een eigenwijs schrijfster. Van 1912 is 't geschrift van G. Jonckbloet over haar werken.