[Jean Jacques Rousseau]
Rousseau, Jean Jacques -, 1712-'78, de grote F. revolutionnaire schrijver; 1o Le contrat Social ('t Maatschappelijk Verdrag), 1762, pleidooi voor de volkssouvereiniteit; 2o Emile ou de l'éducation, betoog voor een betere opvoeding; 3o Julie ou la nouvelle Héloïse, 1761, de sentimentele studie van het hart en de hartstochten, vol gevoel ook voor de schoonheid der natuur. Zijn invloed was ook in de Nederlanden ontzaglijk; Betje Wolff prees hem uitbundig, vooral zijn Julie; hij is ‘de Eerste schrijver onzer Eeuw’. Van Alphen daarentegen schrijft in zijn Mengelingen van 1783, dat hij niet weet wie 't meeste kwaad gezaaid heeft, Voltaire of Rousseau. Feith loopt hoog weg met Rousseau; Bilderdijk noemt hem ‘een geesel des menschdoms’.
Rousseau is de profeet van het natuurgevoel; in zijn Rêveries (Dromen) b.v. toont zich de liefde voor de schoonheid van het landschap. Hij werd door Betje Wolff bewonderd als de bestrijder van alle maatschappelijke ondergeschiktheid, als de verdediger der vrijheid, als de man die de weg wees naar de natuurstaat. Niemand meer dan hij heeft het toenmalige gezag ondermijnd, in ons land dat van de stadhouder en dat van de regenten. Wegbereider van de F. Omwenteling. Zijn Emile, 1762, werd door de Staten van Holland verboden wegens ‘de goddeloze en verderfelijke stellingen’.
Rousseau en Robespierre, studie van H. Hermans, 1895. Het karakter van Rousseau, van Adriana Roose, 1919. Ook Mw. Roland Holst gaf een studie over Rousseau uit.