[Roskam]
Roskam, groot hekeldicht van Vondel, opgedragen aan P.C. Hooft, drost van Muiden, met een verheerlijking van C.P. Hooft, de oude burgemeester van Amsterdam, 1631. Een felle veroordeling van misstanden:
....wat op 's harten grond leyd
Dat welt me na de keel; ick word te stijf geparst.
‘Mij deert des mans, die geenes dings eerder moede schijnt te worden dan der rust,’ zei P.C. Hooft, de wijsgeer. De gehekelde misstanden zijn de geldzucht, ja de omkoopbaarheid van de regenten; verder overdaad en pracht, waar de winzucht uit voortkwam. Misschien is het gedicht reeds van 1628.