Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Albrecht Rodenbach]Rodenbach, Albrecht -, 1856-'80, uit Roeselare, waar sedert 1909 zijn standbeeld staat, van de beeldhouwer Julius Lagae: Rodenbach, die de blauwvoet laat vliegen. Hij was leerling van Hugo Verriest aan 't klein seminarie te Roeselare; 1876 student te Leuven. Dichter, vol geestdrift voor de herleving van Vlaanderen. ‘Hij stak het vier aan, waar Verriest het hout en het poeier had opgestapeld’. Zijn drama Gudrun na zijn dood gedrukt. Behalve dit toneelwerk en enkele verzen, een aantal strijdbare opstellen. Onder zijn gedichten Klokke Roeland en de ballade van Het Kerelskind. Hij was oneindig veel meer dan een dichter: een leider vol idealen. Maar hij stierf aan de tering. Hij had in Leuven als student reeds het strijdblad De Vlaamsche Vlagge gesticht; hij richtte in 1877 Het Pennoen op (met Pol de Mont), dat ook in 1878 verscheen. In 1880 kwam Het Nieuwe Pennoen, doch slechts één nummer. Zijn Gudrun, spel in 5 bedrijven, was in 1878 te Antwerpen bekroond. Proefschrift over Rodenbach van Dr. J.F. v.d. Weghe, 1890. Studie van Jos. v.d. Berghe, 1905, van Leo van Puyvelde, 1907, van Verschaeve 1909. Over hem en de Blauwvoeterij (zie daar) een geschrift van zijn broer F. Rodenbach, 1909. Dr. R.F. Lissens gaf Brieven van hem uit; Antwerpen 1942. |
|