epos door dichters is opgesteld, eerst in 't L., later in de volkstaal. De oudste L. bewerking van dierfabels, van Paulus Diaconus, is reeds uit de 8e eeuw.
Het eerste uitvoerige L. dierenepos is Ecbasis Captivi (Verlossing van de gevangene), geschreven in de abdij St. Evre bij Toul; met inlassing van verhalen van Indische of Arabische afkomst; ± 936. Het oudste L. gedicht met diernamen, tevens het uitvoerigste, is Ysengrinus van magister Nivardus te Gent, 1151, monnik in 't klooster Blandinium; het bevat 12 novellen uit Aesopus of uit het Oosten. Uit deze en andere L. geschriften hebben de volksdichters in Frankrijk geput. De Ned. bewerking is voor de eerste helft vertaling uit het F.: de hofdag, de indaging van Reinaert door Bruin de Beer, Tibert de kater en ten derden male door Grimbert de das. Verder is het gedicht oorspronkelijk werk; tezamen het allerbeste stuk uit de gehele Mnl. letteren. Een zekere Baldwinus vertaalde Reinaert reeds vóór 1280 in het L. Omstreeks 1375 heeft een onbekende dichter het verhaal bewerkt in de geest der leerdichters en voegde hij er een vervolg aan toe. Ook laste hij tal van nieuwe dierfabels in, ontleend aan verzamelingen als Esopet. De voortzetting alleen al telt 4000 regels, maar deze mist de kunst van de oude dichters Aernout en Willem. Het is de nieuwe dichter om lering te doen: de mensen deugen niet en de geestelijkheid komt er niet beter af. En zo komt de dichter met veel wijze lessen. Reinaert II is dus wel een heel ander werk geworden dan Reinaert I. Reynardus Vulpes, de L. bewerking, werd in 1473 gedrukt te Utrecht; herdrukt door Campbell 1859.
In 1479 verscheen Reinaert III, het volksboek in proza, soms bijna woordelijk gelijk aan Reinaert II. Daarnaast werd de oude berijmde tekst van Reinaert II gedrukt, door Henric van Alkmaer, verdeeld in 4 boeken met genummerde hoofdstukken met opschriften. Deze bewerking werd 1498 in 't Nederduits vertaald en te Lübeck uitgegeven. Mr. Jacobus Scheltema gaf 1826 deze Lübeckse tekst uit met een prozavertaling in 't Nederlands; nieuwe uitgave v. Fr. Prien, 1887.
Het volksboek werd uitgegeven 1877 door Dr. Martin te Paderborn. Dr. J.W. Muller en Logeman stelden Die Hystorie van Reynaert die Vos op, 1892. In 1564 verscheen er nog weer een volksboek van Reinaert te Antwerpen, nu in R.K. zin. Toch kwam het in 1570 op de index. Herdrukt te Delft bij Schinckel in 1589. De voor R.K. aanstotelijke plaatsen werden er uitgehaald en toen werd de nieuwe bewerking van het volksboek goedgekeurd door Maximilianus van Eynatten, scholaster van de hoofdkerk van Antwerpen, tussen 1612 en '18. Nog weer herdrukt 1778.
L. Willems ontdekte in de bibliotheek van de hertog van Aremberg nóg een volksboek en wel op rijm en met veel platen. Dit is 't Vonnis der Dieren over Reynaert den Vos, oft Spieghel der Archlisticheyt, Antwerpen 1651; van Seger van Dort. Deze nieuw ontdekte Reynaert telt 3350 verzen en volgt het volksboek van Van Eynatten. Zodat er volgens L. Willems de volgende Nederlandse bewerkingen zijn geweest:
1. Aernouts Reinaert; 2. Reinaert I; 3. Reinaert II; 4. Reinaert III, het volksboek van 1479; 5. het volksboek van 1564; 6. het nóg meer katholieke volksboek van Van Eynatten; 7. 't Vonnis der Dieren.
Te Winkel is van oordeel, dat Aernout het eerste deel heeft geschreven, dus de vertaling uit het F., en dat Willem daaraan het tweede zelfstandige gedeelte heeft toegevoegd.
J.F. Willems gaf in 1836 Reinaert II uit; 2e druk 1850. In 1856 kwam Jonckbloet met Reinaert I; in 1874 E. Martin met Reinaert I en II, te Paderborn; in 1887 Van Helten. De uitgave van F. Buitenrust Hettema en J.W. Muller is van 1903-'10. Te Bremen werd in 1922 Reynke Voss de Olde herdrukt, een Platduitse uitgave van Reinaert II. De uitgave van Martin herdrukt en verklaard door Kaakebeen en Ligthart, 1909. Het nieuwe hs. van Reinaert I was in het bezit van de ‘vorst’ Salm-Reiffenscheidt en werd 1908 gevonden op zijn slot te Dyck bij Capellen, drie uur van Neuss. Het bevatte ook nog de tekst van Der Naturen Bloeme van Van Maerlant. Het hs. is ouder dan het Comburgse; Reinaert uitgegeven door Hermann Degering uit Munster, 1910. Na de vondst van dit tweede volledig hs. bewerkte J.W. Muller een critische uitgave vanwege de Kon. Vl. Academie te Gent, 1914; 2e druk 1939, in de Leidsche Drukken van ‘Letterkunde’. Moderne bewerkingen kwamen van J.F. Willems, 1834; van Prudens van Duyse, 1856; van Julius de Geyter, 1874; van Stijn Streuvels in proza voor het Davidsfonds, 1908; van H. Melis te Antwerpen; van E. de Seyn te Brugge; van C. Lindemans te Leuven; van C. Voorhoeve te Leiden, 1932. Reinaert in 't Groningers vertaald door J. Dijkstra. In 't Zuidafrikaans Jakhalsstreke, ‘'n vrije vertaling’ voor kinderen. I. Teirlinck gaf 1910-'12 De toponymie van den Reinaert uit.
Studie over De psychologie van Van den Vos Reinaerde door A. Defresne, 1920. Nieuwe uitgave van Reinaert door Prof.