[referein]
referein, rethoryckersdichtvorm; 5-10 coupletten, elk van 10-20 regels; elk couplet eindigde met dezelfde regel, stock geheten. Het referein werd gezegd, tegenover het lied, dat gezongen werd. Nog in 1640 zag te Antwerpen Een schoon Refereynboecxken het licht, op oude trant ingedeeld ‘int vroede of wijse, int amoureus en int sotte’. Zie ook Ruelens en Anna Bijns.
De Refereinen van Anna Bijns zijn uitgegeven door Bogaers en Van Helten, 1875; haar Nieuwe Refereinen door Jonckbloet en Van Helten, 1880; Jan van Strijevoorts Refereinbundel door F. Lyna en W. v. Eeghem, Antwerpen 1929-'30.
De refereinen in 't vroede, op 't Landjuweel van Gent voorgedragen in 1539, gaven antwoord op de vraag:
Wat dier ter waerelt meest fortse verwint?
De vraag van 1561 te Antwerpen luidde:
Wat den mensch aldermest tot consten
De naam ontleend aan 't refereren (herhalen) van de laatste regel.