Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Il Pastor fido]Pastor fido, Il -, (It. = de getrouwe Herder), herdersspel van Guarini; zie pastorale. Nagevolgd door Hooft in zijn Granida; vertaald door A. Peys, 1661; door D. de Potter, 1678. Zie ook Rodenburgh. Uit Pastor Fido nam Vondel voor zijn Leeuwendalers het jaarlijkse offer, aan Diana te betalen, totdat een herder en een herderin uit goddelijk geslacht zouden trouwen. |
|