[Palamedes]
Palamedes, Grieks veldheer vóór Troje, van verraad beschuldigd en gestenigd op last van de veldheren Agamemnon en Ulysses. Hoofdpersoon in Vondels drama, dat tevens een satire was: Palamedes of de vermoorde Onschult is Oldenbarnevelt. Het treurspel is een navolging van de drama's van Seneca. Vondel stelde het samen op aansporing van Albert Koenraads Burgh, schepen van Amsterdam; het was gereed in November 1625. Weldra werd het stuk in beslag genomen en de dichter vervolgd. Hij verschool zich bij zijn zwager Hans de Wolf, daarna ten huize van Laurens Joosten Bake. Toen het gevaar van vervoer naar Den Haag over was, kwam Vondel weer te voorschijn. Burgh was een van de rechters en de zaak liep af met een boete van ƒ300; dit was ‘met een vossenstaart gegeesselt’. De eerste druk was spoedig uitverkocht, binnen het jaar kwamen 7 drukken. Frederik Hendrik liet zich het stuk voorlezen door Van der Myle, de schoonzoon van Oldenbarnevelt. Rechtstreeks op Oldenbarnevelt pasten de beroemde beginregels:
Die sorgt, en waeckt, en slaeft,
en draeft, en ploeght en sweet,
En tot 's lands oorbaar vast
een lastig ampt betreed,.....
in 't end' bedrogen vinden.
Van 't wispelturigh volck.
Bogerman van Leeuwarden treedt op als Calchas. François van Aerssen wordt voorgesteld als Ulysses, bij Vondel getekend als ‘een zedelijk monster’. Agamemnon is de Prins; Rei van Euboeërs = de Remonstranten; Rei van Ithakoisen = de aanhangers van Maurits; Nestor = Adrianus Junius, de onpartijdige rechter; Megeer = burgemeester Pauw; Sysiphus = Duyck; Diomedes = Hugo Muys van Holy; Eurypilus = Festus Hommius; Ajax = Frederik Hendrik. De koperen titelplaat stelde een oude man voor, omgeven door wilde dieren. Het stuk werd in 1663 het eerst opgevoerd te Rotterdam door de troep van J.B. van Fornenburgh; in 1665 ook te Amsterdam, toen de spelers voor eigen rekening werkten tijdens de verbouwing van de schouwburg. Palamedes lokte spotverzen uit, o.a. een lied om te zingen van Den Gereformeerden Momus. Studie over Palamedes van Dr. Th. Jorissen, 1879. De varianten van Palamedes, studie van J.L. Walch, 1906.