[oratorium]
oratorium, grote cantate met een verheven onderwerp, vaak van godsdienstig karakter, gelijk Messias van Händel of Die Schöpfung en Die Jahreszeiten van Haydn en de Johannes- en de Matthaeus-Passion van J.S. Bach. Bij ons: J. v. Beers, De Oorlog; Antheunis, De Vlaamsche Nacht; Lodewijck de Koninck, Sint-Franciscus, met muziek van Tinel. Een oratorium is een dramatisch muziekwerk met koren, instrumenten en solozangers; oorspronkelijk op muziek gezette bijbelse verhalen, het eerst door de Oratorianen, een congregatie van wereldlijke geestelijken, gesticht te Rome 1575 door Philippus van Neri.