[Joh. Leonardus Nierstrasz]
Nierstrasz, Joh. Leonardus -, 1796-1828, jonge vriend en vereerder van Feith, kwam op tegen de ‘godsdienstige dwaalbegrippen’. Zijn Gedichten van 1827 gaven aanleiding nog in 't zelfde jaar aan een onbekende tot een fel schotschrift Nieskruid, 88 blz. groot, misschien van G.T. Mohrmann, medewerker van Braga, doch waarschijnlijker van Jan Wap. Nierstrasz, uit Rotterdam, was een volgeling van Tollens, o.a. in zijn bekend gedicht Frans Naerebout.