[Nederduits]
Nederduits, 1o de oude naam voor Nederlands, kwam op in de 16e eeuw; daarvóór en b.v. nog in 't Wilhelmus alleen Duits, in Vlaanderen Diets. Plantijn, Spieghel en Daniël Heinsius gebruikten 't woord Nederduits, dat nog voortleeft in Nederduits Hervormd; 2o Platduits, het Duits, dat de Germ. klankverschuiving niet heeft medegemaakt, gesproken in 't N. deel van Duitsland langs de Noord- en Oostzee.