Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[mirakelspel]mirakelspel, M.E. drama waarin mirakelen vertoond werden; 't Spel vanden Sacramente vander Nieuwervaert; Mariken van Nieumeghen; 15e eeuw. Stelde het leven en de wonderen van heiligen voor: Spel van Sint Trudo van Christiaen Fastraets, monnik te Leuven. De strijd om de ziel van de mens tussen God en de Duivel wordt voorgesteld; zie Maskeroen. Vondels Peter en Pauwels en zijn Maeghden zijn mirakelspelen in nieuwere vorm; ook zij brengen martelaarslegenden op het toneel. Een mirakelspel nog van Guilliam Baseler, Zegenprael der onwinbare Kercke, 1674 te Leuven; van Daniël Danoot, ‘borgher van Brussel’, 1670: Aller wonderheden wonderenschat, ter ere van het H. Sacrament van St. Goedele; van Zeebots de spelen van St. Adriaen en van St. Hubertus; van Cornelis de Bie een Spel van St. Gommaer te Lier, 1669, | |
[pagina 352]
| |
met een ingevlochten klucht van Jan Goedthals en syn wyf; van hem ook De Heylige Cecilia, 1671. |
|