Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Metamorphosen]Metamorphosen = gedaanteverwisselingen, herscheppingen. De M. van Ovidius verhalen, hoe mensen door de goden veranderd zijn in dieren of planten. Vertaald door Van Mander in zijn Utleggingh op den Metamorphosis, opgedragen aan Gedeon Fallet, secretaris van Amsterdam, Italiaan van afkomst; 1604. Zes drukken en een D. vertaling. Vondel ontleende aan de Metamorphosen zijn treurspel Faeton, 1663. In 1671 vertaalde hij het gehele werk als zijn dichterlijke Herscheppinge. Ook in de 16e eeuw waren de Metomorphosen reeds vertaald, n.l. door J. Florianus, 1552, en door Guillaume Borluut, 1557. Schilders en rederijkers putten er stof uit voor hun taferelen. De uitgave van Borluut bestond uit 174 houtsneden met bijschriften. zie Schilderboek. |
|