Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Merlijn]Merlijn, Keltische roman, door Maerlant bewerkt, ± 1261, als vervolg op de Historie van den Grale; zie Graal. Merlijn is de zoon van een der duivelen en een onschuldige maagd; hij heeft bovennatuurlijke wijsheid, maar wendt die aan tot heil der mensen. Hij helpt koning Uter aan Ygerne, ‘des hertogen wijf van Tintaveel’; zij worden de ouders van koning Arthur, heer van Logres. Maerlants bewerking is later voortgezet door Lodewijk van Velthem in een Boec van koning Arthur, 1326. Daar wordt Merlijn gebannen in 't woud van Broceliande door de fee Viviane: Al heet hi vroet ende conde vele,
Nochtan heeftenGa naar voetnoot1) een wijf bihoren speleGa naar voetnoot2)
Datsi hem toende menechfoude,
Bracht in 't nette daer si woude.
Merlijn uitgegeven naar het enig bekende Steinfurter hs. door Van Vloten, 1882. De eerste 11000 regels van Maerlant; de volgende 25000 van Velthem. Het werk was opgedragen aan heer Albrecht van Voorne. Bewerkt naar een F. prozaverhaal, dat weer een bewerking was van het berijmde verhaal van Robert de Borron. Lodewijk van Velthem voegde aan Maerlants vertaling het omvangrijke Boek van koning Arthur toe. In Merlijns boeck van Maerlant het pleit van Maskaroen, procureur der duivelen, tegen Maria, advokaat der mensen, om de zielen. Dit ‘Satansproces’ komt niet voor in het F. voorbeeld. Het einde van het boek is de kroning van koning Arthur. |
|