[melodrama]
melodrama, lett. = toneelspel afgewisseld met muziek; in de mode gebracht door Rousseau en door Guilbert de Prixéricourt te Parijs, trok ook hier sedert de 18e eeuw veel publiek naar de F. schouwburg. Fig. een ‘volksdrama’, waarbij heftige indrukken gewekt worden door moord, ontsluierde geheimen, opofferende edelmoedigheid, verraad enz.; een draak. Beheerste het Ned. toneel in de tijd van Lazaro de Veehoeder, de Schipbreuk van de Medusa, De Voddenraper van Parijs, ± 1840. Tegen zulk toneel kwamen Van Lennep en de zijnen op; Potgieter trad op met zijn kritiek; Schimmel toog aan het werk.