Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Prins Maurits]Maurits, Prins -, bezongen door Charles van Trello bij de verovering van Geertruidenberg, 1593. Door Herckmans verheerlijkt in de Slach van Vlaenderen, 1600. Door Huygens uitgeluid in de Scheepspraet, 1625. En, anders, door Vondel in zijn treurspel Palamedes; en weer anders door Geeraert Brandt: .... Gij hebt den tuin met vestingen
gesloten.
Maar och! De Kerk en Staat
is in uw tijd gescheurd,
Daar Spanje om heeft gejuicht,
dat Holland nog betreurt.
De verbittering der partijen was zo groot, dat de felle Arminianen pamfletten rondstrooiden met schimpende verzen: | |
[pagina 340]
| |
God salder ons saeck
Met strenge wraeck
Noch voeren uyt,
Eer de Moff syn oogen sluit.
D. Beck, schoolmeester in Den Haag, geb. 1591, bezong ‘de Trofeën van den Ned. Mars’ in 200 sonnetten en andere gedichten, 1622. Maurits geprezen als overwinnaar van Groningen in het Onrymich Vreuchdenliedt van Jan van Hout, 1594: Zo zien wy dezen Held
Gebruycken zwaert en schilt,
Zoo dat alleen den strael
Van zyn gezicht, zyn stem,
Zijn glinsterende helmet
Ons crachten dwijnen doen.
Jan Starter dichtte een Lof-zangh en andere verzen ter ere van Maurits. Jan Orlers schreeef 1610 Nassauschen Laurencrans, de beschrijving en afbeelding van al de overwinnigen van Maurits. Ook Carel van Mander schreef een lofdicht. Na de aanslag van 1623 bood Rodenburg een uitvoerig gedicht aan Prins Maurits aan: Amstel's Eglentiers Trouwe Landsatens klacht. Nassou's Lof-gesangh, 1618, van D. v. Horenbeecke; zie daar. De beraamde moort, treurspel van Frederik Duym, 1745. Heldendicht van Jan Nomsz, 1789, in 6 zangen. Maurits verheerlijkt in De Slag bij Nieuwpoort van Da Costa; 1859. |
|