[Lovelace]
Lovelace, de verdorven minnaar van Clarissa Harlowe in Richardsons roman van die naam; hij brengt haar ten val, verdoofd door opium, brengt haar in een slecht huis; zij vervalt in een slepende ziekte en sterft; Lovelace sneuvelt in een tweegevecht tegen Clarissa's neef. Deze figuur nagevolgd in de Europese romanlitteratuur, o.a. in Van Arkel, de minnaar van Cornelia Wildschut bij Wolff en Deken. Ook reeds als ‘de heer R.’ in haar roman Sara Burgerhart. En als Louis Kraaijestein in Susanna Bronkhorst van Adriaan Loosjes.