Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Lof-sanck van Bacchus]Lof-sanck van Bacchus, vastenavondgedicht van Heinsius; zie daar. 1614. Gevolgd door de Lofsanck van Jesus Christus, in ‘poëtische woorden’ en in alexandrijnen. In een uitvoerige voorrede opgedragen aan Jacob van Dijck, met nog een gedicht daarbij, waarin de verklaring: Ick late Venus gaen,
En met het blinde kint
Zijn blinde wercken staen.
|
|