Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend
[pagina 293]
| |
De ware liefde voor het Vaderland. In 1780 droeg zij haar Dichtkundige Werken op aan Prinses Wilhelmina; Bilderdijk gaf in 1783 haar Nagelaten Dichtwerken uit; daarin Lijkdichten o.a. van Bilderdijk, Feith en Uylenbroek. Zij was geboren te Breda en overleed te Geertruidenberg. In haar hekeldicht Het Gastmaal schetst zij de zeden van haar tijd; 1776. Het berijmde gastmaal is op het ouderwetse adellijke huis van Mw. van Langenstijl. Voor haar ontwikkeling had de dichteres les genomen bij Schonck, toen rector te Breda. In haar eerste gedicht, Aan mijn Geest, 1766, was zij reeds opgekomen tegen het vooroordeel, dat vrouwen minderwaardig zijn. Cleopatra, koningin van Syrië, 1776, lokte een spotdicht uit, dat er wel 100 godennamen in voorkwamen, ‘alle Mannetjes Gooden’; dit weer beantwoord met een Zotskapje, ‘gepent op het harselose bolletje van de zotte maaker der Mannetjes Goden.’ |
|