[kunst- en vliegwerken]
kunst- en vliegwerken, de nieuwe toneelmachines in de Schouwburg te Amsterdam, aangeschaft voor de vertoning van Medea van Jan Vos, 1665, en gebruikt voor vele toneelstukken met vertoningen. Ook reeds vroeger had men van die toestellen: engelen daalden neer op een wolk; de toneelvloer kon zich openen, om duivels en geesten op te laten komen. Maar in de nieuwe schouwburg van 1664 kwamen de vliegwerken, waarmee men mensen en wagens kon in beweging brengen heen en weer, op en neer; men kon nu paleizen en steden, hoven en bossen, bergen en duinen, hemel en hel enz. laten zien. Nu kon men opvoeren toneelstukken als: De toveres Circe van Adriaen Leeuw, 1665; De liefde van Diana van David Lingelbach, 1669; Cleopatra van Dieverina van Kouwenhoven te Utrecht, 1669. Hippolutus den Kroondrager van Jacob Vinck, 1671. Ghulde Vlies van Dr. Lodewijk Meijer, 1667; naar Corneille; Didoos Doot van Mr. Andries Pels, 1668; eveneens naar Corneille.