[Koninklijke Bibliotheek]
Koninklijke Bibliotheek, 1808 opgericht door koning Lodewijk, uit de nagelaten boekerij van Willem V; eerst in 't Nationaal Hotel, d.i. het tegenwoordige gebouw der IIe Kamer, toen in het Mauritshuis, sedert 1821 in het gebouw aan het Lange Voorhout te 's-Gravenhage, dat als paleis gediend had voor Willem I, tot het Oude Hof in 't Noordeinde gereed was, en toen voor de Kroonprins. Bibliothecarissen waren: Ch. S. Flament, 1806-'35; J.W. Holtrop, 1835-'68; M.F.A.G. Campbell, 1869-'90; Dr. Th.Ch.L. Wijnmalen, 1890-95; Dr. W.G.C. Byvanck, 1896-1921; Dr. Ph.C. Molhuysen, 1921-'37; nu Dr. L. Brummel.
Van 1842 tot zijn dood in 1848 droeg W.H.J. van Westreenen van Tiellandt de titel van Directeur der K.B., een ereambt.
Dr. Brummel gaf 1939 de Gesch. der Kon. Bibliotheek uit.