[Abraham de Koningh]
Koningh, Abraham de -, 1586-1619, uit Belle in 't Z. v. Vlaanderen, uitgeweken om 't geloof. In 1615 woonde hij als kunstverkoper in 't ‘gezegent Amsterdam’. Hij schreef er 7 spelen: Jephthahs ende sijn eenighe Dochters Treurspel, 1615. In alexandrijnen en verdeeld in ‘handelingen’ en met een ‘choor’ of ‘rey’ aan het slot daarvan, hetgeen iets nieuws was.
Zijn beide andere bijbelse spelen Achab en Simson verschenen in 1618; beide zijn tragi-comediën, om hun vermenging van het tragische met het komische.
Vondel getuigt in een sonnet, dat hij diep ontroerd werd bij de vertoning van De Koninghs Jephthah. Veel later bewerkte hij zelf de stof èn van Jephta èn van Simson. In Achab komen ook Lucifer, ‘die schoon Morghen-sterre’ en de gevallen engelen voor in hun verbittering en afgunst op de mens. De Koningh is de voorloper van Vondel; hij behoort nog tot de dichters van rederijkersstukken; voor de loterij van het Oudemannenhuis schreef hij een Spel van sinne. Lid v.d. Brabantse Kamer Het Wit Lavendel.