Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Klaasje Zevenster]Klaasje Zevenster, roman van Jacob van Lennep, 1866, geschiedenis van de pleegdochter van de zeven Dorstige Pleïaden; het boek gaf aanstoot aan de mensen van fatsoen wegens de beschrijving van enkele taferelen. Er verscheen een geschrift van Mr. A. van Brussel: Van Lennep, dat's weer nieuw,
dat boek mag treffend heeten,
Vuil als sinds Piet Boddaert
geen smerig boek verscheen.
Groothandelaar in het slijk, als gij bestaat er geen!
De schrijver van het vlugschrift was hoofdredacteur van Asmodée en zijn pamflet heette Een schandelijk Boek. Zijn eigen naam was A.A.Th. Visscher; zie daar. Busken Huet kwam tegen het boek op in zijn Ernst of Kortswijl? Hij achtte de roman beneden het middelmatige. Maar hij werd afgestraft door H.J. Polak, praeceptor te Leiden, en door Albert Réville in de Revue des Deux Mondes van 1868. Dan verscheen nog van S.A.Z. Eene damestheevisite, alles in 1866. Van Lennep had bedoeld een zedelijk verhaal te schrijven in de geest van Clarisse Harlowe. Er verscheen in 1867 een ‘vervolg’ op door Een der Pleïaden, ‘Kl. Zevenster is niet dood.’ De vroegere Klaasje werd nu Hermine Dotema, geb. Atlas. Voor de schrijver werd W.R. Veder gehouden, die echter in de Navorscher ontkende, iets van het boek af te weten. Navolging is Nicolette, novelle van Mw. Courtmans-Berchmans; mislukt. Een vondeling in plaats van een pastei komt ook voor in De Braadpan bij Lefrancq van Berkhey en in Poirters' Masker, zij het nog niet in de 1e druk van 1646. Wel is hetzelfde verhaal ook te vinden in De Klugtige Tyd-verdryver van S. de Vries, 2e druk 1663. Van Lenneps roman werd driemaal voor het toneel bewerkt. |
|