Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[kinderdichten]kinderdichten, van Hiëronymus van Alphen, 1778-'82. Nagevolgd door Le Francq van Berkhey en 't Hoen; vrijwel gelijktijdig kwamen de versjes van Riemsnijder; zie daar. In 1786 Vaderlandsche Gedichtjes voor kinderen van L. v. Ollefen. Vooral van Alphen werd in zijn tijd hoog geroemd en bv. in 't F. vertaald; later als onkinderlijk veroordeeld. In 1837 kwamen de stukjes van Goeverneur, in 1861 die van Heije, terwijl er een verhandeling verscheen over Kinderpoëzie van De Genestet; zie daar. Parodie op Van Alphen door een student: Kleine Gedichten voor de Lieve Jeugd van de Hoogere Scholen, 1846; 7e druk 1858; van H. Fabius. Jan van Droogenbroeck gaf in zijn bundeltje Dit zijn zonnestralen een verzameling keurige kinderliedjes en versjes; ook Antheunis schreef zangerige kinderliederen, met eigen muziek. Uit de latere tijd Lovendaal. Proefschrift van Mw. L.J.T. Wirth, 1925: Een Eeuw Kinderpoëzie, 1778-1878. Studie over Van Alphens gedichtjes door Dr. H. Pomes, 1908. |
|