Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Dr. David van Hoogstraten]Hoogstraten, Dr. David van -, 1658-1724, zoon van Frans, conrector te Amsterdam tot 1721, vriend van Petrus Rabus. Schreef zelf heel veel en gaf de gedichten uit van Broekhuysen, 1712, Oudaen 1712, Antonides 1714 en Heiman Dullaert, 1719, met hun levens. Hij schreef ook Beginselen der Rederykkunst, uitgegeven door P. de Vlaming, 1725. Zelf dichter, verzamelde hij de nalatenschap van zijn oudere en jongere tijdgenoten en tekende zijn herinneringen op; de ‘doodgraver der letterkunde’, maar tevens de eerste beoefenaar v.d. Ned. taalwetenschap. Schreef ook een L. Woordenboek. Ook vertaalde hij de Esopische Fabelen van Fedrus, 1703. Dit gaf aanleiding tot de Poëtenoorlog; zie daar. Jean le Clerc was 1711 begonnen met een ongunstige beoordeling in zijn Bibliothèque choisie van deze berijmde vertaling. Het onderwerp was de waarde van de Neo-Latijnse gedichten van Nederlanders; Abraham Bogaert verdedigde Hoogstraten, zo ook Johan de Haes. Hoogstratens vrienden gaven schimpdichten uit, verzameld in de bundel De Gulden Legende van den Geneefschen St. Jan. Joan de Haes verdedigde de eer van Antonides en Vondel tegen de ‘Fransche nachtuilen’; Jan van Hoogstraten viel hem bij. Een grappenmaker schreef een prijsvraag uit met dezelfde rijmwoorden als die der Duytsche Akademie van 1630; 8 antwoorden kwamen in, die weer bespot werden door Jakob Zeeus, die wel voor Vondel, doch tegen De Haes was. Ook De Huybert, Mr. Pieter de Bye (1687-1749), Arnold Nachtegael en zijn vader Arnold Clemens, Jan van Hoogstraten en Langendijk deden mee. De strijd duurde tot 1716. Poot betreurde het getwist in zijn gedicht Poëtenstrijt. Th. Nolen beschreef het leven van David van Hoogstraten, 1886. Van Hoogstraten plaatste een lofdicht voor de Gedichten van Poot. Hij dichtte ook een Victorielied op de overwinning op de F. vloot bij La Hogue, 1692. Van belang was ook zijn grote uitgave van P.C. Hoofts Mengelwerken, waarin Henrik de Groote, Medicis, brieven, gedichten, vertalingen, de toneelspelen, psalmen en Minnezinnebeelden. Voorafgegaan door Brandts Lijkreede. zie Hooft, aan het slot. |
|