[hoofse lyriek]
hoofse lyriek, vooral de hoofse minnezang, kwam op in de 11e eeuw aan de hoven van Zuid-Frankrijk; ridderpoëzie naast de romans, verspreidde zich over geheel W. Europa, met name ook in D. Bij ons Hendrik van Veldeke, Jan van Brabant, liederen uit het hs. van Gruuthuse. De vrouw voorgesteld als een ideaal van schoonheid en reinheid.
Deze wereldse poëzie oefende grote invloed uit op de Mariaverering en op de geeste-