[historische romans]
historische romans, in Nederland begonnen met Maurits Lijnslager van Loosjes in 1808, dus vóór Walter Scott. Na hem kwamen de schrijvers onder invloed van Scott. Diens eerste, Waverley, verscheen 1814. De eerste Ned. is De Schildknaap van De Neufville; dan volgde Drost met Hermingard, 1832; daarna Van Lennep met De Pleegzoon, 1833 en de Roos van Dekama, 1836; Conscience met De Leeuw van Vlaanderen, 1838; Mej. Toussaint met Het Huis Lauernesse, 1840; Van Lennep met Ferdinand Huyck, 1840. Zie verder Oltmans, Schimmel, Wallis, Huf van Buren. Onze historische romanschrijvers uit de school van Scott zìjn te verdelen in 4 groepen:
1. de klassieken: Van Limburg Brouwer met zijn Gr. romans en zijn zoon met Akbar, 1872; Vosmaer met Amazone, 1880.
2. Van Lennep, Oltmans, Lodewijk Mulder, de gezellige vertellers van verhalen;
3. Drost, Potgieter, Bakhuizen en Mw. Bosboom-Toussaint, die in hun romans een ideaal belichamen.
4. de Vlaamse schrijvers, onder leiding van Conscience: De Leeuw van Vlaanderen, 1838; Artevelde, 1849; Hlodwig en Clothildis, 1854; Batavia, 1858; De Kerels van Vlaenderen, 1870.
Uit de nieuwe tijd Ary Prins, Van Oordt, Couperus, Van Schendel, Querido en Van Moerkerken. Bij Van Schendel, Van Oordt en Moerkerken is het de sfeer van het verleden, die opgeroepen wordt; de historische feiten treden geheel op de achtergrond. Bij anderen treedt een bepaalde persoon op de voorgrond: Hugo de Groot, van Mw. Romein; Rembrandt, van Teun de Vries; Vrouw Jacob, van Ina Boudier-Bakker. Schevenhels, L.: Rubricering van Noorden Zuidnederlandse historische romans en novellen naar periodes en figuren (1790-1945). 1950.
In Zuid-Afrika J.J.H. de Waal; in Vlaanderen: K. v.d. Ooever, Streuvels, André de Ridder, Paul Kenis.
Studie van Prinsen over De oude en de nieuwe hist. roman in Nederland, 1912.