[C.H. den Hertog]
Hertog, C.H. den -, 1846-1902, van 1872-'91 hoofd van een school te Amsterdam, taalgeleerde, schrijver van een spraakkunst, redacteur van Noord en Zuid. Kwam 1891 in Noodlottig Determinisme op tegen de noodlotromans van Couperus. Gaf een studie uit over De Bronnen van Bredero. (Gids 1885). Was ijverig werkzaam op schoolgebied; lid v.d. Raad van Amsterdam; 1901 lid der Tweede Kamer.