[Dr. Willem Hecker]
Hecker, Dr. Willem -, 1817-1909, verzamelde als student te Groningen een letterkundige kring om zich heen: Goeverneur, Bennink Janssonius, Lesturgeon. Die kwam op tegen de rijmelarij en vooral ook tegen de romantiek van Beets en Hasebroek. Daartegen schreef Hecker twee vlugschriften op rijm: Hippokreen-ontzwaveling, 1838, en Quos ego! (Ik zal je!), 1844. In 1846 verscheen zijn uitgave van Hoofts Historiën. Toen in 1854 Van Lennep meende geestig te zijn met zijn Vermakelijke Vad. Gesch., trad Hecker op met een Strafdicht. Hij was sedert 1855 hoogleraar in de geschiedenis te Groningen; verontwaardigd riep hij uit:
toen hij van geestdrift gloeide
weergalmen deed van 't lied....
Van Lennep antwoordde, dat hij graag zijn hulp aanbood, opdat de verzen van Hecker ‘in ronding en kracht nog zullen winnen’.
Hecker vertaalde Hecuba van Euripides, 1841; Agamemnon, 1888 en Prometheus, 1890, van Aeschylus.