[F. Haverschmidt]
Haverschmidt, F. -, 1835-'94, studeerde te Leiden onder Scholten en Kuenen, werd onder hun leiding modern predikant, ook door Huets Brieven over den Bijbel. Reeds als student school onder zijn vrolijke dwaasheden een droefgeestige aandoenlijkheid. Zijn vader was apotheker te Leeuwarden; zijn grootvader predikant te Dantumawoude; de triestigheid was erfelijk. Hij trachtte zich er van te verlossen, door de sentimentaliteit bespottelijk te maken in zijn gedichten; daarin treedt hij op als Piet Paaltjens. (Leidse studentenalmanak 1856-'59; gebundeld als Snikken en Grimlachjes, 1867.) Soms is de weemoed heel echt, zo als in de Drie Studentjes; ook in dit opzicht kwam hij overeen met De Schoolmeester.
In 1859 werd Haverschmidt predikant, sedert 1864 te Schiedam. De zwaarmoedigheid bleef hem bij. In 1876 gaf hij nog een bundel novellen uit: Familie en Kennissen. In 1894 werd het leven hem te zwaar. Reeds in 1888 schreef hij aan Adrianus Arena, d.i. Adriaan van Wessem te Tiel:
Studie over Haverschmidt van Dyserinck, 1908.