Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Hendrik van Halmael]Halmael, Hendrik van -, 1654-vóór 1720, toneeldichter te Amsterdam meest van kluchten en blijspelen; Als men 't niet verwagt of de Gewaande Prins, 1713, onder ps. Purgat et Ornat. Maar ook van het treurspel Hoop en Vrees of Roemruchtige Overtocht van Willem III, 1709. Hij bewerkte Mostellaria van Plautus als De herstelde Zoon, 1711; Trinumnus als De edelmoedige vrienden; Adelphi van Terentius als D'ongelijke Broeders, 1709. Zijn blijspel De gestrafte Pasquyn, 1713, voert een Sp. Brabander ten tonele. Hij staat onder invloed van Plautus, maar ook van Asselijn. Zo in zijn Geveinsde Kwaaker, blijspel geschreven na Jan Klaaz en opgevoerd, uitgegeven 1708; Schijnheilig of de Vermomde Bedrieger, 1708; Vervolg van de Geveinsde Kwaaker, 1708; De Bedrieger Erfgenaam bedrogen, 1714; hierin komen zelfs de namen Reinier Adriaensz., Saartje Jans en Jan Jasperse voor, regelrecht overgenomen uit Jan Klaaz. Verder nog De Fijne bedriegerijen ontdekt, 1713, en De Prins van Platte Mary of de Schijnheilige Bedrieger, 1713. De stof is dezelfde, maar het talent van Asselijn ontbreekt. Dan is er nog een zinnespel van hem, Overdaad en Gierigheid. Stukken genoeg, maar het werk was er naar. Hein Halfmal, zei Langendijk. Als men 't niet verwagt was zijn 25ste toneelspel, gevolgd naar het Spaans. Maar in de voorrede zei Halmael: ‘wij zullen met vertaalingen ons niet meer vergrijpen,.... 't getal van onse eigen vindingen zal dit gebrek haast vervullen.’ De eigen vindingen kwamen telkens weer uit op een stuk met bedriegerijen. zie Crispyn. |
|