[Jacob Graswinckel]
Graswinckel, Jacob -, 1536-1624, werd in zijn jeugd reeds bekeerd tot een ‘innig’ of ‘stichtig’ mens, die zich als dokter wijdde aan het heil, vooral het zieleheil der medemensen.
Beschreven als De Delftsche Wonderdokter in een van de romans van Bosboom-Toussaint, ‘een nieuwe incarnatie van Gideon Florensz.’, 1870; de roman bevat een aantal bekeringsgeschiedenissen. Graswinckel is begraven in de Oude Kerk te Delft.