[filologie]
filologie = de wetenschap der taal- en letterkunde. Nederland voerde de scepter der filologie van de stichting der Leidse hogeschool in 1575 tot de Vrede van Utrecht, 1713. (Busken Huet.) Voormannen Justus Lipsius, Josephus Justus Scaliger, Salmasius, Grenovius, Graevius, Gerard Vossius met zijn zoons Dionysius, Matthaeus en Isaäc, Gruterus, Daniel Heinsius, Barlaeus, Meursius, Erpenius, Golius. De aandacht was toen nog gericht op de klassieke talen.