Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Cornelis Everaert]Everaert, Cornelis -, 1480-1556, verver en volder te Brugge, clerc van den Aerdchiers, d.i. secretaris van de boogschutters, Katholiek dichter uit het volk, schrijver van 35 toneelwerken tussen 1509 en '38; tien geestelijke spelen, tien moraliteiten over maatschappelijke toestanden; zeven esbatementen. Zijn eerste stuk is Tspel van Maria Hoedeken, d.i. Maria's Rozenkrans, de bekering van een clerc, die zijn goed verdobbelde. Van 1526 is 't Spel van Ghewillich Labuer (de boer) ende Volc van neeringhe (de ambachtsman), ter gelegenheid van de Vrede van Madrid. Het Spel van den Wynghaert keert zich tegen de ‘Lazarussche sonde der Ketterye’, 1533; het stuk is een bewerking van de gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard. Maar meer dan het geloof trekt de wereld hem aan; het Spel van den Zoeten Reyn behandelt de overwinning bij Pavia, 1525; de Zoete Reyn (zachte Regen) slaat de Hooge Wynt neer. Het Spel van den Crych, d.i. van de Hebzucht, werd verboden omdat hij er ‘te veel de waarheid in noopte’; zo ook het Spel van d'Ongelycke Munte. In de kluchten toont Everaert zijn talent. Hij heeft het vooral op de vrouwen gemunt. Vigelie; Coopman; Stout ende Onbescaemt; zie daar. In 't Esbatement van den Visscher biecht de vrouw in nood aan haar eigen man op, dat van de drie zonen alleen de oudste van hem is. 't Bekendste spel evenwel was het Esbatement van Scamel Gemeente ende Tribulasie. Scamel Gemeente (de kleine luyden) begeert weelde; Tribulacie (de beroerelijke tijden) bewaart hem voor dit verderf. Everaert was factor van de Dry Sanctinnen te Brugge. De Spelen uitgegeven door Dr. J.W. Muller en Dr. L. Scharpé, 1898-1900. Muller schreef ook: Everaert's Spelen als spiegel van de maatschappelijke toestanden; Gent 1907. |
|