Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Vierde Engelse Oorlog]Engelse Oorlog, Vierde -, 1780-'84. Lierzang aan de Britten, 1779, van Brender à Brandis; zie daar. In 1780 Matroozelied, Zang en Tegenzang op de Gewapende Neutraliteit, voorafgaande aan de Oorlog, van Betje Wolff: Batavieren! weest te vreeden! | |
[pagina 146]
| |
't Is met Engeland ras gedaan,
Die u op het hart durft treeden
Ziet ge eerlang ter neder slaan;
Want de Neuteraliteit
Is voor u ten strijd bereid!
Toen de oorlog verklaard was, een groot aantal volksliedjes: Buurpraatjes; Werfliedje van Betje Wolff en van haar nog een drietal Matroozeliederen, een opwekking na de verovering van Sint Eustatius door de Engelsen en een Klaaglied Op het sneuvelen van den wakkeren admiraal Krul, die 1781 bij Sint-Eustatius viel. Ook Le Francq van Berkhey luidde hem uit. Betje Wolff dichtte ook een lied Op het afsteken in zee van de 7 schepen van Zoutman, 1781. Toen kwam de Slag bij Doggersbank met een zegezang van Feith en een groot aantal victorieliedjes, o.a. van Lucas Trip, Kleyn, Betje Wolff, W. v. Ollefen, Le Francq van Berkhey en Bellamy. Pieter Vreede dichtte een Lyk-sang voor baron Bentinck, die aan zijn wonden overleed; Betje Wolff kwam met een loflied voor hem; R. Schutte met een grafdicht. Onder de talrijke hekelschriften op het vastzeilen van 's Lands schip Prins Willem, 14 Sept. 1781, ook een gedicht van Betje Wolff: Wy zyn uit Goeree gevaaren,
Om voor 't Land ten strijd te gaan,
En wy moeten door de baaren
't Schip hier zien aan splinters slaan.
In 1782 overvloed van schotschriften op de werkloosheid van de vloot; daarbij weer een gedicht in 't kerkezakje, toen er een bidstond uitgeschreven werd: Bedestonden, stomme honden!
Dooden geenen Engelschman,
Maar een vloot in zee gezonden,
Stomme honden!
Dat is 't wat ons redden kan.
|
|