[Ramp van Delft]
Delft, Ramp van -, 12 Oct. 1654 door het springen van het kruitmagazijn. Bezongen door Vondel: Op het Onweder van 's Landts bussekruit. Ds. P. de Witte preekte er over met een ‘korte aanspraecke’, gedrukt 93 blz., getiteld Delftsche Donderslagh. Daarachter een gedicht van Henrick Bruno, conrector te Hoorn:
Godt trof u Raedhuys oock,
(ick spreeck niet van de vromen)
vol staetsucht, eygenbaet,
vol haet, vol nydt, bedrog, vol goddeloose raet.
Een van die ‘vele’ antwoordde met Tegengift op het lasterrijm, waarin staat, dat God juist de kerk sloeg en het Raadhuis maar weinig schade had. De overheid verbood Bruno's gedicht en nu kwamen zijn aanhangers met een Aenspraeck aen de verkeerde ijveraers enz.