Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[China]China, in de Ned. letterkunde, 't eerst genoemd in Tresoor der Zeevaart van Lucas Waghenaer van Enkhuizen, 1592. 't Eerste stuk over China is het treurspel Trazil van Antonides, vereerd met een vers van Vondel, die vlak daarna hetzelfde onderwerp behandelde in zijn drama Zungchin, 1667. De rijmelaar Matthijs Cramer ‘bezong’ in 1670 Bort's voyagie naar de kuste van China. Nicolaas Witsen schreef zijn groot werk Noord- en Oost-Tartarije in 1692. In de 18e eeuw is er geen oorspronkelijk werk meer. In 1765 verscheen De Vorstelijke Wees of het veroverd China, vertaling van een toneelstuk van Voltaire: nog eens vertaald door Nomsz als Het Weeskind van China, 1782. Uit het Engels werd een Chinese roman vertaald: Chineesche Geschiedenis, 1767. Pas in onze tijd herleefde de belangstelling voor China; zie Henri Borel. Prof. Dr. Duyvendak's rede over China in de Letterkunde is opgenomen in het Jaarboek van ‘Letterkunde’, 1937-'38. De vertaalde romans van Pearl Buck over Chinees leven vonden in de laatste jaren veel belangstelling. |
|