[Cyriel Buysse]
Buysse, Cyriel -, 1859-1932, geb. te Nevele bij Gent, neef van de dames Loveling. Medeoprichter van Van Nu en Straks, 1893, maar uit de school van het F. naturalisme, zodat hij niet voelde voor de Vlaamse Beweging. Hij schilderde geen zachtaardige boeren en beminnelijke boerinnen als Conscience; hij tekende ze ‘met een onthutsende waarachtigheid’. In zijn werk is de sociale nood van Vlaanderen; de maatschappelijke toestanden blijken duidelijk in zijn 20 romans en in zijn boerentoneelstuk Het Gezin van Paemel. Romans: 'n Leeuw van Vlaanderen; Sursum Cordal; Rozeke van Dalen enz. Bij Van Nu en Straks hield hij het niet lang uit; in 1903 richtte hij Groot Nederland mee op. In 1890 was hij begonnen met De Biezenstekker, opgenomen in de Nw. Gids. Zijn eerste roman Het Recht van den Sterkste, 1893, toonde de invloed van Zola; reeds daarin toont hij zich de grote verteller van het landleven. Zijn werken zijn ‘het volledigste open-luchtmuseum’ van Vlaanderen. Zijn Vlaanderen is nog altijd het Arm Vlaanderen van Teirlinck en Stijns en van De Winne: ‘het land met de rijke grond en de schamele gezichten’. Over hemzelf schreven Ach. Mussche 1929 en ook H. v. Puymbrouck Cyriel Buysse en zijn Land, 1929.