[de Eerste Bliscap van Maria]
Bliscap van Maria, de Eerste -, het eerste van 7 mysteriespelen, ± 1444 vertoond door Het Korenbloemken te Brussel. Het tweede was een Kerstspel, het derde liep over de Drie Koningen, het vierde over Jezus in den Tempel; het vijfde behandelt de verrijzenis, het zesde de uitstorting van de H. Geest, het zevende Maria's Hemelvaart. Alleen het 1e en het 7e bleven bewaard.
De Eerste Bliscap omvat de geschiedenis van het mensdom tot op Christus' geboorte, n.l. tot de boodschap van Gabriël. In de Eerste Bliscap het pleit om de ziel tussen Ontfermicheit en Gerechticheit, echter zonder de figuur van Maskeroen. In de proloog roept de dichter Maria's zegen in voor de hertog en de hertogin en voor de jonge hertog Karel. Uitgegeven door Moltzer, 1875, W. de Vreese, 1931; J.J. Mak, 1949. De Zevende Bliscap behandelt de laatste levensdagen van Maria, haar dood en begrafenis en hemelvaart. De apostelen begeven zich naar het graf, maar vinden het ledig. Maria's sterfbed was omringd door de apostelen en werd belaagd door de duivelen.
Kern v.d. oude tekst volg. uitg. v. Stallaert met zijn aantekeningen herdicht d. V. Delille. Met inl. over Middeleeuws tooneel d. L. v. Puyvelde. Maldeghem 1909. (No. 77 Duimpjes-uitg.)
De Zevende Bliscap is het enige rederijkersspel zonder zinnebeeldige personen; dit stuk opgevoerd te 's-Hertogenbosch 1913 en toen uitgegeven door W. Smulders, met een inleiding van Moller.