[Bienboec]
Bienboec, d.i. Bijenboek, de Mnl. vertaling van het Liber apum, van Thomas van Cantimpré, stichtelijk prozaboek vol verhalen; uitgegeven 1488 bij Peter van Os te Zwolle. Thomas heeft het geschreven tussen 1256 en '61, een vergelijking tussen het leven der bijen en dat der mensen. In de 15e eeuw vertaald, 't oudste hs. is geschreven tussen 1450 en '58. 't Boek was in de M.E. algemeen bekend om zijn exempelen. Over dit werk een uitvoerige studie van W.A. v.d. Vet, 1902. De titel is volledig Bonum universale de apibus = ‘dat gemeen goet van den Byen’.
Uit het Bienboec zijn talrijke exempelen overgenomen door Jan Matthijsen, Gerard van Vliederhoven, Arnold Geilhoven, Johannes Pauli (Schimpf und Ernst) en vele andere schrijvers in binnen- en buitenland. Ze lopen over Maria, Jezus, de Duivel, de Joden, het Sakrament, boete en biecht, de Vier Utersten, de geestelijkheid.