[Amadis]
Amadis, held van een Sp. roman van Montalvo, 1465-'74, voortzetting v.d. Arturromans, vol avonturen, vol hoofse gesprekken, in voorname kringen en aan het hof. Gaf de toon aan in Europa. In 1546 verscheen het eerste deel der Ned. vertaling. De verhalen van Amadis van Gaule, d.i. van Gallië (Wales), waren zo algemeen bekend, dat b.v. Prins Willem bij zijn huwelijk met Anna van Saksen aanried, dat zij Amadis van Gaula ‘en andere boeken van kortswijl’ zou lezen. Frans I las de Amadisromans in zijn gevangenis te Madrid. Op de boeken van Montalvo volgden allerlei fantastische verhalen van de zoon en de kleinzoons van Amadis en van zijn verwanten als Palmerijn van Olijven.
Cervantes heeft ze bespottelijk gemaakt door zijn Don Quichotte.
Stoffen uit de Amadisromans voor het toneel bewerkt door Bredero, Starter, K. Elzevier, Sal. Questiers, 1633; T. Arendsz, 1687, ‘treurspel in maatzang’ naar Quinault. Het stuk van Questiers heet Den Griecxsen Amadis, tragicomedie gespeeld ter Academie. Amadis van Griecken was een achterkleinzoon van Amadis van Gaule. Rechtstreekse Ned. navolgingen van de Amadisromans zijn er niet; wel van de heroïsch-galante F. romans, die in Frankrijk ontstonden onder invloed van Amadis.