Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Alrik en Aspasia]Alrik en Aspasia, romance van Feith, bespot in een parodie door Bilderdijk en Kinker, die niets anders deden dan in elk couplet een regel bij te voegen en er ‘ophelderende’ noten bij te schrijven. Onze eerste letterkundige parodie, 1789. Alrik was de eerste romance van Feith, door hemzelf een prulletje genoemd, geschreven in de hoop, ‘dat er iets beters in dit vak voor den dag kome’. Aspasia is ‘een goêlijk Maagdske’; zij treurt om haar minnaar, die vier jaar geleden naar 't H. Land trok. Maar 't loopt goed af, in tegenstelling met Moncriff; zie daar. Alrik komt terug, ‘hemelt’ in haar arm, legt de lans voor altijd af, Om nu, met kalme zinnen,
Ter zege van het heilig graf,
Weêr ridders aan te winnen.
|
|