[Adam in Ballingschap]
Adam in Ballingschap, treurspel van Vondel, schoon van poëzie, maar uit de aard zonder handeling en verwikkeling; 1664. Vondel noemde het aller treurspeelen treurspel: Adam en Eva in het paradijs, bekleed met witte zijde, ten val gebracht door Lucifer, de zaligheid verkeert in wanhoop. Het stuk werd opgedragen aan de Vaders van het Oudemannenhuis en Weeshuis. De bouw van het stuk naar Adamus Exul van Hugo de Groot en die had op zijn beurt Seneca gevolgd. Het stuk werd in de 17e eeuw niet opgevoerd. Jacob van Steendam schreef er een satire tegen, de beeldhouwer Jan Pietersz Adams Antwoordt in toneelvorm. Het stuk werd voor 't eerst vertoond in 1909 door W. Royaards; Mw. Royaards speelde de rol van Eva.