Dyck en andere groote meesters. Spoedig echter nam zij de natuur tot model, en schilderde op meesterlijke wijze in klein bestek zelfs voor braceletten een menigte miniatuurportretten van weêrgalooze schoonheid, die naar verdiensten toegejuichd, door vorsten en aanzienlijken gezocht en met f 60 tot f 400 betaald werden. Czaar Peter en de koning van Pruissen Frederik Wilhelm vereerden haar met hunne bezoeken en poogden haar over te halen zich te Petersburg of Berlijn te vestigen. De Czaar verzekerde haar eene jaarwedde van f 6000. Zij bedankte hoffelijk en bleef te Amsterdam. Hare portretten waren zeer uitvoerig geschilderd en die hun afbeeldsel van haar verlangden moesten zich getroosten twintigmaal voor haar te zitten, telkens 2 uren lang. Zij huwde Hermanus Wolters en overleed in 1741. Ter harer eere bestaan vele gedichten. Haar portret komt voor bij Houbraken, van Gool en Descamps, die, gelijk ook Immerzeel, haar leven schetsten.
Zie Kok, Kramm, Verwoert, Kobus en de Rivecourt.