[Rudolf Wicheringe]
WICHERINGE (Rudolf), in 1560 te Groningen geboren, moest in den ouderdom van 8 jaren met zijn ouders, Barthold Wicheringe en Tietke Doema, het vaderland verlaten, en keerde eerst in 1595, nadat de Spanjaard verdreven was, terug. Intusschen had hij in Denemarken bij den sterrekundige Tycho Brahé gewoond en eenige jaren aan het hof van den hertog van Sudermanland in Zweden doorgebragt. Spoedig, na de reductie van Groningen tot de Unie, riep men hem tot ambten, en bekleedde hij met lof de meeste, die zijn vaderstad hem kon opdragen. Na 39 jaren met groot gezag in den dienst van den staat en de stad gesleten te hebben, nam hij in 1634 zijn ontslag en bragt zijn overigen leeftijd in weetgierige rust door tot zijn dood in 1646. Hij was gehuwd 1. met Liefke Horencken, 2. met Lamme Hillebrands, weduwe van Bernard Entens thoe Helpen, dochter van Jacob Hillebrands, die bij het verraad van Rennenberg is gesneuveld. Als curator der hoogeschool had hij zich verdienstelijk gemaakt en werd door den beroemden Jacob Alting in een deftig programma geprezen.
Zie Scheltema, Staatk. Nederl.; Kobus en de Rivecourt.