[Tileman Dothias Wiarda]
WIARDA (Tileman Dothias) verdient, ofschoon Oostfries, vermelding, wegens vele zijner schriften, die ook belangrijk voor de geschiedenis en letterkunde van ons vaderland zijn. Hij werd den 18den Oct. 1746 te Emden geboren.
Behalve eene Ostfriesische Geschichte, 1791 env. in 10 dn. schreef hij een Oud Friesch Woordenboek, een werk over de Duitsche voor- en toenamen en twee oudfriesche landregten. In verschillende tijdschriften gaf hij bijdragen en vooral
Over de kruistogten der Friezen naar Palestina, en
Over Antoinette Bourignon in de O. Friesche Mannigfaltigkeiten. In de Allgem. litter. Anzeiger plaatste hij o.a. eenige berichten aangaande de te Kampen en Leeuwarden gedrukte Oud-Friesche Landregten, 17[...]9.
Hij was lid der derde klasse van het kon. Ned. Instituut. Als zoodanig gaf hij eene geschiedkundige beschouwing van de Lex. Frisionum antiqua, 1811, 4o. gedrukt, maar niet in den handel. Hij was, behalve van eenige buitenlandsche genootschappen, ook lid van het Groninger genootschap: Pro excolendo jure patrio. Bovendien was hij in verschillende betrekkingen nuttig voor zijn vaderland, bezat een uitgelezene bibliotheek en eene verzameling van O.-Friesche munten, op 3000 thaler geschat. Hij overleed als landsyndicus en hofraad den 7 Maart 1826.
Zie Conv. Lexicon; Kobus en de Rivecourt, Cat. d. Bibl. v. Ned. Letterk., D. II. bl. 155, 309, 365, 558, D. III. bl. 358, 570; en vooral de Familien-Nachrichten der Familie Wiarda, in 1872 te Aurich door zijn kleinzoon C.H. Wiarda, Obergerichts-Director, uitgegeven, met twee stamtafels, 8o.