waarin de regtsbedeeling ten stadhuize te Brussel geschiedde, op welks vleugeldeuren merkwaardige historische feiten, de justitie betreffende, waren afgebeeld. Dit juweel werd door Albrecht Durer, bij zijn bezoek te Brussel, nog gezien en is waarschijnlijk bij den brand van het stadhuis, tijdens het beleg der Franschen in 1695, verloren geraakt. Hij vervaardigde ook een Altaarstuk voor de kapel, die Willem Edelheere en zijne vrouw Aleidis in 1443 in den omtrek van het koor van St. Pieterskerk te Leuven deden oprigten. Dit stuk is nog aanwezig, als ook het groote Altaarstuk door hem tusschen 1440 en 1447 vervaardigd voor de kapel van het hospitaal te Beaume. Ook in Italie, dat hij in 1439 bezocht, en waar hij in 1440 het plegtig jubilé te Rome bijwoonde, heeft hij o.a. voor Lionello d'Este, heer van Ferrava, in Florence voor de Medicis geschilderd. Te Brussel teruggekeerd, schilderde hij voor Peter Bladolin, schatmeester van Philips de Goede, eene schilderij die, door dien kapittelheer, geplaatst is op het altaar eener kerk te Middelburg, door hem in 1450 gesticht, thans in het museum te Berlijn. Kramm, die vele zijner latere stukken vermeldt en beschrijft, wil dat hij ook de kunst van glasschilderen heeft beoefend. Hij overleed den 16 Junij 1464 en werd in de St. Gedule-kerk begraven. Zijn vrouw heette Elisabeth Goffaerts. Kramm heeft een groot aantal echriften vermeld, waarin over dezen beroemden schilder gehandeld wordt. Jan van der Weyden, zilversmid, en Picter van der Weyden scildere waren beide zijne zonen.
Zie Messager des Sciences hist., 1866, p. 358; Annales de l'Académie d'Archéologie de Belgique, T. VI; van Mander; Immerzeel.