[Floris van Wevelichoven]
WEVELICHOVEN (Floris van) was eerst kanunnik en subdiaken te Keulen, daarna (1364) benoemde hem paus Urbanus V tot bisschop van Munster en den 8 April 1378 werd hij door Urbanus VI tot bisschop van Utrecht aangesteld.
Hij was een wijs, geleerd, voorzichtig, godsdienstig en krachtig man, die, schoon reeds bejaard, te Utrecht over allerlei aanvallen mogt zegenvieren. Reeds aanstonds had hij een hevigen strijd met zijn voorganger Arnold van Hoorn, die, naar Luik verplaatst, de inkomsten van beide zetels, daar hij van Utrecht geen afstand wilde doen, bleef trekken, van daar dat Wevelinchoven eerst den 6den Nov. 1379 van zijn bisdom bezit kon nemen. Vervolgens had hij te kampen met een tegen-bisschop Reynoud, de jongere van Vianen, wien door den Avignonschen paus Clemens VII den Utrechtschen zetel was toegezegd; doch door medewerking zijner vrienden onder de edelen, onderwierp zich deze met zijn broeder, den heer van Vianen, vasallen van Floris.
Den laatsten tegenstand overwon hij op sommige edelen, die op zijne jurisdictie inbreuk maakten, zooals Gijsbert van Abkoude, dien hij in 1380 versloeg, en Hendrik, burggraaf van Montfoort, een jaar later, wiens stad hij belegerde. Den tijd van vrede gebruikte hij tot herstelling der zaken van het sticht, de schulden af te doen, en de verpandde sloten te lossen. Hij nam het klooster Windesheim in zijne bescherming, bevorderde de vestiging der paterhuizen en hunne hervormende beginselen en de stichting van het karthuizer klooster te Utrecht; doch liet in 1380 het lijk van Mattheus Lollard opgraven en verbranden.
Hij overleed den 4den April 1393.
Zie Bat. Sacra, D. I. bl. 279; Moll, Kerkges. v. Nederl., D. II. St. I. bl. 163.