Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 20

[Hendrik Wester]

WESTER (Hendrik), den 23 Jan. 1752 te Garmerwolde geboren, was een der voortreffelijkste mannen die, op het einde der vorige eeuw, het eerst de handen aan het werk sloegen om het lagere onderwijs in ons vaderland te verbeteren. Zelf onderwijzer zijnde (te Oude-Pekela) begon hij zijne eigene school te hervormen en doelmatig in te rigten. Zijn voorbeeld

werkte op vele andere onderwijzers zijner nabuurschap heilzaam; maar nimmer zou 's mans invloed zoo groot geworden zijn indien hij niet door het opstellen van zeer doelmatige handleidingen en schoolboekjes, in bijna alle vakken van onderwijs, niet alleen voor de provincie Groningen, maar voor het geheele vaderland als een hervormer en voorzigtig hervormer was opgetreden, wiens raad en lessen men, boven die van anderen hoorde en volgde.

Naderhand, als schoolopziener in de provincie Groningen aangesteld, ging hij met stillen gang, zachten geest, gemoedelijken ernst, godsdienstige en zedelijke strekking en werkzamen ijver vooral om het werk te voltooien dat hij begonnen had. Hij overleed den 19den Februarij 1821. Een eenvoudig maar tevens fraai gedenkteeken werd te zijner eere in de kerk, alsmede op het kerkhof, waar zijn gebeente rust, opgerigt.

Ook werd een dergelijk monument ter zijner eere in de Martini-kerk te Groningen gesticht.

In 1793 schonk hem de maats. tot Nut van 't Algem. de gouden eerepenning voor zijne Verhandel. over de gebreken der Burgerscholen, en in 1801 voor zijn Schoolboek der Geschiedenissen van ons Vaderland. Men vindt een volledige lijst van zijne talrijke schriften achter zijn Levensberigt door van Swinderen.

Hij schreef o.a.

Bevattelijk onderwijs in de Nederl. spel- en taalkunde, voor de schooljeugd (1795). Vijfde dr. op nieuw verb. en verand, naar de spelling van Siegenbeek. Gron. 1805. kl. 8^o.

Versjes en rijmspreukjes voor kinderen. Gron. 1811. 8^o.

Hulde aan den Albestuurder. Gron. 1816. 8^o.

Dichtm. Uitboezeming der harten, ter bevord. van deu geestelijken smaak. Gron. 1817.

Vier letter en speeltafels voor de jeugd, plano. Gron.

Nieuw schriftuurlijk schoolboek. Gron. 1829. 5de dr.

Redevoering over de algemeene en bijzondere schoolorde met het portret. Gron.

Overzigt van de voornaamste oude en latere volken of landen op den aardbol. Gron. 1829, 6de dr.

Bijbelgeschiedenisse voor de Nederl. Jeugd. m. pl. 5 stukken. Gron. 1822, 2 d.m. pl. Gron. 1832.

Zie Aanhangsel op Nieuwehuis Wb.; Siegenbeek, Handel. der Jaarl. verg. van de Maats. d. Nederl. Letterk., 1857; van der Aa, N.B.A.C. Wb.; Glasius, Godgel. Nederl. Alg. Kunst- en Letterb. voor het jaar 1836, D. II. bl. 33, 34, Verslag der Jaarl. Verg. van het K.A.J. 1867; Verwoert; Wb. d. Zamenl.; Kobus en de Rivecourt, Boekzaal voor 1836, 1821, N^o. 14, bl. 209, 1823, N^o. 15, bl. 220, N^o. 26, bl. 402, Alm. der Akad. van Gron. voor 1815, bl. 138; Witsen Geysbeek, B.A.C. Wb., D. VI. bl. 461; van Swinderen, ter gedacht. van H.W. in Alg. K. en Letterb., 1821 n^o. 14, 1823 n^o. 15.